Way hay and up she rises
The last American sailors. A wild ride in the Modern Merchant Marine. Michael R. Rawlins (Uitg. iUniverse, Inc. 228 blz.) 

Ook ooit gedroomd om te gaan varen? Weg van hier en alles? Avontuur op zee te zoeken? Wervelende havensteden aan te doen? Hoeveel van die (jongens)dromen zijn niet in rook opgegaan. Toch maar een veilige kantoorbaan. En voor velen die wel de bovenkooi opzochten was het zeemansbestaan een kouwe douche. Behalve voor auteur J.M.A. Biesheuvel, die zijn grillige loopbaan begon als matroos. En na al lang weer een leven als landrot te leiden, stak hij nog soms voor zijn genoegen met de veerboot van Hoek van Holland naar Harwich de Noordzee over. Alleen bij windkracht 8 en meer.

Michael Rawlins lukte het wel een bestaan op te bouwen als zeeman. Hij verruilde zijn carrière in de omroepwereld voor die van een matroos op de grote vaart. Na de noodzakelijke en verplichte training monstert hij aan op zijn eerste schip, dat legermateriaal vervoert naar Koeweit voor de oorlog van de VS tegen Irak in 1991. Zijn eerste ervaring is er een van grote overweldiging als hij met een taxi arriveert op de kade. Daar liggen de monsterflats van 30 meter hoog, waar je alleen op kunt komen met een loopplank, alsof je toren beklimt.

Tussen het verven van de mast bij 40 graden midden op zee tot het sturen van een schip door het Panamakanaal, tekent Rawlins zijn belevingen van 13 jaar zeemanschap op. Nadruk legt hij op de vele eigenaardige en bijzondere bemanningsleden, bootsmannen en kapiteins die hij op de dekken tegen het lijf loopt.

Maar ook de avonturen die hij met hen beleeft, de gevaren waarin ze elkaar soms moedwillig brengen en de onvermijdelijke persoonlijke confrontaties weet hij met verve te brengen, in vaak mooie metaforen. Rawlins betoont zich een kien obervator. Zijn scheepsgenoten tekent hij buitengewoon beeldend af, alsof je ze zo over het dek ziet lopen.

In Koeweit rijdt hij met een onverschrokken collega met een gepikte leger-Humvee door de woenstijn op zoek naar drank. Hij deelt een kamer met een maat die opeens verschijnt met een prostituée. Rawlins maakt tanks schoon op een chemicaliënschip en bindt daar de strijd aan met collega's die uit stoerheid geen beschermende kleiding dragen. Zij leggen door vergiftigde dampen bijna het loodje. Hij spuit met brandslangen Egyptische handelaren van het dek in het Suezkanaal. Een gaat na veel pesterijen uiteindelijk de grote stijd aan met de meest sadistische en megalomane kapitein van de Amerikaanse koopvaardijvloot.

Drank en drugs houden veel van zijn maten op de been, hoe streng verbnoden het ook is die aan boord te hebben. What shall we do with the drunken sailor? Op staande voet ontslag, zelfs midden op zee. De schepen zijn drijvende koninkrijkjes die geregeerd worden met veel willekeur en waar van iemand een underdog maken een sport lijkt.

De auteur schreef niet alleen een boeiend relaas van de mensen die de oceaanstomers varende houden, ook geeft hij inzicht hoe de Amerikaanse koopvaardij reilt en zeilt, met zijn voorschriften, ongeschreven wetten en soms regelrechte anarchie.

Rawlins maakte van zijn 'tweede' leven tussen stormwolken en wereldzeeën vol bizarre en gevaarlijke ervaringen op overtuigende manier en menselijke maat een mooi verhaal. Een klein eerbetoon aan de opmerkelijke, ongekende en mysterieuze wereld van de laatse Amerikaanse (en andere westerse) zeelui.

Laurens

6 september 2007