De schijnwereld van het Sovjetleven
De koffer. Compromissen. Sergej Dovlatov. (uitg. M Bondi, 122 p. en 196 p.) 
Sergej Dovlatov wilde maar niet deugen. De autoriteiten negeerden hem als schrijver. Zichzelf noemde hij een dissident, een non-conformist. Niet van de intellectuele soort, maar een criticus uit het gewone volk. Dovlatov werd in 1941 in het Zuid-Russische Ufa geboren uit een Armeense moeder en een joodse vader. In de jaren 60 begon hij met schrijven. Z’n levensstijl kenmerkte zich door veel drankgebruik en vechtpartijen.
Hij wilde leven als een boh?mien. Hij was bevriend met onder andere de schrijver Joseph Brodsky. Hoewel hij als journalist carri?re maakte in Leningrad, werd publicatie van zijn literaire werk verboden. Pas in 1978 werden twee van zijn boeken in het westen uitgebracht. In 1978 emigreerde hij met zijn gezin naar Amerika. Hij verdiende daar zijn brood als eindredacteur van een Russischtalige wekelijkse krant. In 1990 stierf Dovlatov plotseling, amper 50.
Hij liet geen groot, maar wel een origineel en eigenzinnig oeuvre achter van verhalen en romans. Van zijn boeken zijn er twee door Aai Prins in het Nederlands vertaald: De koffer en Compromissen. Twee literaire werken vol spottende en beklemmende verhalen over het Sovjetleven. Puntige dialogen slepen de lezer mee in het leven van Dovlatov’s personages, alsof je er zelf bijzit. Dovlatov is een meesterverteller met een fijn oog voor de psychologie van zijn volksgenoten. Het is vooral zichzelf die hij in zijn -fictieve- verhalen onvergetelijk maakt. Een literair satiricus, die gelukkig is herontdekt.

In zijn boek Compromissen legt Dovlatov ongenadig de wereld van leugen en bedrog bloot van de journalistiek in de Sovjet-Unie. In dit uiterst uniek en openbarend boek begint elk van de 12 hoofdstukken (even zovele compromissen genoemd) met een kort krantenbericht. Deze munten uit in propagandistisch positivisme en retoriek. Ge?nterviewden zijn eeuwig dienstvaardig, onbaatzuchtig, hard werkend, blij en gelukkig. Vervolgens prikt Dovlatov deze mythes door met het verhaal achter het bericht. Sommige zijn onthutsend van schaamteloosheid, andere weer aandoenlijk en hilarisch.

Sergej Dovlatov.
Zo schrijft journalist D. in de krant Sovjet-Estland in Tallin over de geboorte van de 400.000ste inwoner van deze stad. Dubieus is al het feit dat Tallin zoveel inwoners telt, maar hoe de keuze van de krant op de boreling is gevallen is nog schrijnender. Een baby met een Ethiopische vader komt niet in aanmerking, evenmin als een met joods bloed. De derde baby is van een arbeiderspaar, dat door de hoofdredactie van de krant wordt goedgekeurd, mits het de baby de naam Lembit geeft in plaats van Volodja, zoals de ouders willen. Met 25 roebel worden ze omgekocht.
Dovlatov’s verhaal is zo helder in z’n impliciete absurdisme, dat het gewoon pijnlijk is om het te lezen. Dovlatov schrijft zo cynisch dat verder commentaar of boodschapperige taal volslagen overbodig is. Aan de inhoud van zijn verhalen heeft de lezer voldoende om zijn kijk op het Sovjetbestaan te doorgronden.

De auteur schetst onder andere het wedervaren van de figuur Busch, een non-conformist als hijzelf, taalkunstenaar en charlatan. Door iedereen geliefd, terwijl Busch het politieke bewind verafschuwt. Niemand die het doorheeft totdat hij zijn masker aflegt met een daad die hem in een psychiatrische inrichting doet belanden.
Met 12 compromissen heeft Dovlatov even zovele indringende en openhartige verhalen verteld over het gekonkel, gedraai en de kadaverdiscipline van de Sovjetjournalistiek: de hemel ingeprezen dode partijfunctionarissen die grote schurken bleken, een ge?nterviewde student die blijkt gewoon een collega op de redactie te zijn, een heldin-hardloopster die gebukt gaat onder seksuele problemen. Compromissen is een uniek, anekdotisch boek waarin op luchtige en levendige toon, vol snelle en spitse dialogen, de sluier wordt weggetrokken van het wrakke boegbeeld van de Sovjet-ideologie: de pers.

De journalist Dovlatov betuigt zich in Compromissen als een literair agent van het compromitteren. Beroepshalve schikt hij zich, thuis rammelt hij op de schrijfmachine zijn relaas over de schone schijn en schijnheiligheid, die onzichtbaar voor de lezer achter de krantenkolommen steekt. Intelligent doet Dovlatov het door zijn ik-stijl v??rkomen alsof hij de lezer deelgenoot maakt van zijn leven, hoewel de grens tussen fictie en feiten nooit helder zichtbaar is. Dat is de kunst van Dovlatov’s literatuur, die hij ten volle beheerst. Zijn eigen leven en dat van anderen weergeeft in een tijd en land van veel schijn en weinig werkelijkheid.

Minder impliciet en subtiel, maar even cynisch, meeslepend en hilarisch zijn de verhalen die Dovlatov opdist in De koffer. Dovlatov’s vrouw sluit hun zoon voor straf op in een kast. Dovlatov laat hem na 3 minuten vrij en vraagt hem of hij het erg vond. Zoonlief antwoordt ‘nee’, want hij had lekker gezeten op een koffer. Zo vindt Dovlatov zijn vergeten koffer terug, die hij als enige mocht meenemen bij zijn emigratie van Rusland naar Amerika. Als hij hem uitpakt komen er voornamelijk oude kledingstukken tevoorschijn. Elk van deze kent zijn eigen geschiedenis die Dovlatov spits uit de doeken doet. De attributen roepen bij hem niet uitsluitend herinneringen op aan hoe ze in zijn bezit kwamen. De spullen uit de koffer zijn eveneens aanleiding veel zijwegen te bewandelen waarlangs hij beelden plaatst van de absurditeit van het Sovjetbestaan.

In rake dialogen vertelt hij de onverwachte toestanden waarin zijn personages en de ik-persoon verzeild raken. Verloren illusies en schijnlevens voeren de boventoon. Zo schetst hij in het verhaal de Finse cr?pesokken desillusie en opportunisme van snel groot geld verdienen. Vermakelijk is de wijze waarop in Dovlatov’s koffer een paar zwarte schoenen terecht gekomen zijn: van de burgemeester van Leningrad gestolen en de chauffeurshandschoenen overgebleven van zijn rol tegen wil en dank in een mislukte satirische film van een collega.

Dovlatov rijgt zijn vertelsels aan de rode draad van zijn journalistenbaan en de wederwaardigheden van hem en zijn collega’s op de redactie. Deze vormen echter slechts aangevers voor uiteenlopende ‘avonturen.’ De ironie in de verhalen heeft een grimmige ondertoon, scherper dan cynisch. Door hun eigenzinnige en afwisselende stijl, in een welluidende cadans, is Dovlatov’s proza een feest om te lezen. Een eersteklas taaltalent. Je zou vaak willen schateren over zoveel satire en rake dialogen, ware het niet dat er een diepe tragiek achter schuilt.
Het Sovjetleven krijgt in Dovlatov’s werk een vorm van nihilisme, vermengd met een soort lethargische luiheid en onverschilligheid tegenover het bestaan. Fatalisme als levensfilosofie, de ontkenning van elke illusie klinken in Dovlatov’s literatuur.
19 juli 2004
Ik krijg veel zin om aan Dovlatov te beginnen, ik ben benieuwd of er nog meer vertaald gaat worden of dat ik het zelf moet gaan doen :)
Hier http://www.lib.ru/DOWLATOW/ is al zijn literatuur te vinden, in het russisch weliswaar.
door Peter Reitsma, 21 juli 2004, 11:49