Vissers, feestvierders en flaneurs
Archives de Bretagne. Jacques Borg? et Nicolas Viasnoff. (uitg. ?ditions Mich?le Trinckvel, 237 p.) 
Muzikanten bij een bruiloft.
In het havenplaatsje Le Conquet (Konk Leon op z'n  Bretons), op het meest westelijke puntje van het vasteland van Europa, is een wand van tien meter lang in de winkel Maison de la Presse ingeruimd voor 100-en tijdschriften. De bevolking en bezoekers van dit vissersdorp in het Franse Bretagne hebben blijkbaar een grote voorkeur voor periodieken over alles wat met schepen, varen en vissen heeft te maken. De tegenoverliggende muur is bedekt met een verbazingwekkend assortiment aan boekwerken over Bretagne. Na lang speuren vond ik een boek over wat me in vreemde regio's het meeste trekt: hoe leefde de bevolking een eeuw geleden. 'Archives de Bretagne' verscheen 10 jaar geleden in de reeks 'Archives de France'. De auteurs hebben een schat aan informatie en foto'ss over Bretagne aan het eind van de 19e eeuw tevoorschijn gehaald. En maakten er een parel van een boek van, vol foto's van hardwerkende ambachtslieden, vissers, boeren, cafébezoekers, feestvierders, flaneurs en godvruchtigen.

Een ratjetoe (ratatouille) aan beelden vonden de auteurs. Slim ordenden ze deze in thema’s als De Zee, De Trouwerij, Het Land, De Stad. En deze weer in onderwerpen als Alcohol, De Metselaar, Zomerresidenties, De Pleziertrein, De Sardientjesvangst. De foto’s ogen buitengewoon journalistiek. Daardoor krijgt de kijker een goeie indruk van het dagelijkse bestaan. De teksten zijn afkomstig uit kranten, tijdschriften en andere beschrijvingen van de streek van rond de eeuwwisseling naar 1900. Ook die bieden een authentieke kijk op het vroegere Bretonse leven.

Oogst van zeewier voor mest op het land.
Stijl heeft het boek in grote mate, hoewel het geheel in zwart-wit is uitgevoerd. Paginagrote foto’s hebben de auteurs niet geschuwd. De meeste haarscherp, dankzij het groot formaat negatieven of fotoplaten, die destijds werden gebruikt. Voor na de bibliografie aan het eind van de uitgave hebben de auteurs een fraaie uitsmijter bewaard. Een visser poseert voor zijn huis. Z’n gezicht is nauwelijks te zien door de grote capuchon die hij over het hoofd heeft getrokken. Een woeste baard steekt er onderuit. Een rol dik touw hangt aan zijn rechterhand.
In zijn linker houdt hij een anker, met de punten naar beneden, waarvan er ??n in z’n broekspijp prikt. Met zijn lange ? oliejas en de capuchon heeft hij niets van de stoere visser. Eerder oogt hij als een rustig, gereserveerd en verlegen man, die met zijn uitrusting gewoon zijn beroep willen tonen. En niet op de rand van de kade of achter de mast, aan het roer of met een net. Nee, gewoon voor de deur van zijn huis. De foto vat eigenlijk de inhoud van alle beelden uit het boek (zo’n 120) samen: de mensen hebben niets kunstmatigs, zijn zichzelf, zelfs als ze zich bewust zijn van de camera.

De geportretteerden tonen geen valse schaamte, geen oneigenlijke opsmuk. Ze laten zien wie ze zijn. Trots ontbreekt vaak niet in hun ogen, maar het is geen ijdelheid waarmee ze boven zichzelf willen uitstijgen. Eerder een bescheidenheid en teruggetrokkenheid, die de volksaard van de Bretonnen eigen was door hun eeuwenlange tamelijk ge?soleerd liggende provincie, ver weg van de rest van Frankrijk, en sterk geori?nteerd op de zee.

De prachtige beelden hebben gezelschap gekregen van contemporaine artikelen en verhalen. Geen afstandelijke kijk en analyses van die tijd door hedendaagse historici. Bretonse journalisten en kroniekschrijvers geven in eigen woorden hun ervaringen, observaties en interviews weer. Zo staat er in het boek een vraaggesprek uit 1904 met een visser uit Douarnenez door L?on de Seilhac, die een grote enqu?te hield over het vissersleven. Een fotoreportage toont de handmatige verwerking van sardientjes: mandjes worden gevlochten, sardientjes erin gedaan,
Bretonse kinderen in zondagse kleren.
dichtgesoldeerd. Eveneens wordt verslag gedaan van een onderzoek over het leven op een Bretonse boerderij: in een week at een doorsnee man 24-28 broden. De drank bestond uit cidre en zure wijn, weinig melk en geen water, per dag gemiddeld 3 tot 4 liter per persoon. Een mooie reportage is het bezoek aan een timmerman, die bij gebrek aan opdrachten voor kasten en kisten, Christusfiguren beeldhouwt. Hij wordt betaald per onderdeel: 5 francs voor een voet bijvoorbeeld. De bewoners van Vannes tonen op hun gemak hun straat. De burgers van St, Malo kuieren onbekommerd massaal langs het strand.

De vloot van Douarnenez brengt sardientjes
Het Bretonse leven van 100 jaar her komt helemaal tot leven in de handzame artikelen, interviews en reportages die de prachtige beelden begeleiden. Een broer van de grootvader van Charles de Gaulle, de president van Frankrijk na de 2e wereldoorlog, schreef in 1865 over de dreigende verdwijning van de Keltische cultuur in Bretagne. De twintigste eeuw heeft veel eigenheid van de Bretonnen weggevaagd. Maar met het boek in de hand zijn nog veel plekken terug te vinden, die onlosmakelijk bij het leven van toen hoorden: nauwe straathoeken, dicht op elkaar gebouwde dorpjes tegen bescherming van de wind, opgeknapte houten vissersboten die kant-en-klaar met bruine zeilen in de haventjes liggen, het kleinschalige landschap met zijn perceeltjes, waar nu nog door het bestaan kromgebogen boeren met strohoed op en een hak de grond bewerken, en de majestueuze vuurtorens. Het leven van de huidige Bretonnen is een stuk comfortabeler geworden. Visserschepen zijn steviger en veiliger, de vangst wordt met kleine kranen aan wal gehesen, de wegen zijn goed en bijna iedereen bezit een auto. Met ‘Archives de Bretagne’ hebben ze een stijlvol, hartveroverend eerbetoon gekregen aan hun voorouders.

De illustraties bij dit artikel zijn ansichtkaarten. Reproducties van foto's van het dagelijks leven uit de eeuwwisseling rond 1900. Ze zijn afkomstig uit Le Doar-Archives.
11 september 2004